Meer dan Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) heeft een alarmklok doen rinkelen: in 2023 waren er 526.000 Belgen officieel arbeidsongeschikt verklaard — en dat is nog niet eens de volledige waarheid. Veel van hen zitten al jaren thuis, vaak zonder dat hun toestand echt verbeterd is. De kosten? Elf miljard euro per jaar. En volgens prognoses zal dat aantal tegen 2035 oplopen naar 600.000. Het is geen tijdelijke piek. Het is een systeemfout. Ziekteverzuim is geen individueel probleem — het is een nationale crisis. En nu, op 10 oktober 2025, stonden artsen, vakbonden en beleidsmakers samen op het podium van het Vlaams Artsenverbond (VAV) en het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) en zeiden het open: ‘Niet de patiënten zijn ziek. Het Belgische systeem is ziek.’
Het systeem dat mensen vasthoudt
De cijfers zijn schokkend, maar de reden is nog schokkender. In België is meer dan 7,5 procent van de actieve bevolking langdurig ziek — een percentage dat ver boven het Europese gemiddelde ligt. In Wallonië is het zelfs 8,8 procent, in Vlaanderen 6,97 procent. Brussel heeft het laagste percentage langdurig zieken, maar het hoogste aantal werklozen. Dat is geen toeval. Het betekent dat het systeem mensen niet terugbrengt naar de arbeidsmarkt — het laat ze gewoon verdwijnen. En dat gebeurt vaak zonder dat er echt medisch bewijs is voor een blijvende invaliditeit. Een eerste steekproef van het RIZIV toonde aan: ruim een kwart van de mensen die als ‘invalide’ werden aangemerkt, hadden geen juridische of medische grond voor die status. Dat is geen klein percentage. Dat is een schandaal.
Minister Vandenbroucke: ‘Een kleine revolutie’
Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit) heeft daarop gereageerd. Hij kondigde aan dat hij 100.000 langdurig zieken opnieuw wil laten onderzoeken. Niet als straf, maar als herstel. ‘We kunnen niet toestaan dat mensen tot hun pensioen in een statuut blijven zitten waarvoor ze niet voldoen,’ zei hij. De bedoeling? Een ‘kleine revolutie’ in het systeem. Niet door mensen te straffen, maar door het proces te veranderen. Waar vroeger een huisarts een ziekteverklaring gaf, wil men nu vanaf de eerste maand een arbeidsarts inschakelen. Waar vroeger een ‘invaliditeit’ voor het leven werd toegekend, wil men nu periodieke evaluaties. En waar vroeger niemand wist wat een zieke persoon nog wel kon doen, wil men ‘fitnotes’ invoeren — korte, praktische attesten die aangeven wat de medewerker nog kan uitvoeren. Dat is geen kleine aanpassing. Dat is een culturele wending.
Waarom vallen vrouwen vaker uit?
Professor Lode Godderis van de KU Leuven en hoofd van de preventiedienst Idewe gaf een cruciale, vaak over het hoofd gezien, insight: vrouwen vallen niet uit omdat ze vrouw zijn. Ze vallen uit omdat ze vaak in de meest mentaal belastende sectoren werken — zorg, onderwijs, sociale diensten — en daarnaast nog de meeste huishoudelijke lasten dragen. ‘Het is niet biologisch,’ legt hij uit. ‘Het is structureel.’ Een vrouw die ’s ochtends vroeg naar de kinderen kijkt, ’s middags in een ziekenhuis werkt met emotioneel uitgeputte patiënten, en ’s avonds nog de boodschappen doet en de was wast — die wordt langzaam maar zeker verbruikt. En het systeem ziet dat niet. Het ziet alleen een ‘psychosociale stoornis’ op het formulier. Dat is de tweede grootste diagnose na musculoskeletale aandoeningen — samen goed voor twee derde van alle langdurige ziektegevallen.
De politieke kloof: ‘Onterecht’ of ‘onbegrepen’?
Georges-Louis Bouchez van de Mouvement Réformateur (MR) beweert dat ‘één op de vier langdurig zieken onterecht’ is. Maar Raf De Weerdt van de ABVV waarschuwt: ‘Je kunt niet zomaar extrapoleren.’ Dat is waar. De steekproef van het RIZIV betreft een specifieke groep: mensen die hun invaliditeit tot pensioenleeftijd hebben gekregen. Niet alle langdurig zieken zijn daarbij. En soms is de ziekte niet zichtbaar — maar dat maakt haar niet minder echt. Het probleem is niet dat mensen liegen. Het probleem is dat het systeem niet kan onderscheiden tussen een echte ziekte en een ziekte die door het systeem zelf wordt versterkt. Door gebrek aan activering. Door gebrek aan flexibiliteit. Door gebrek aan vertrouwen.
De oplossing ligt in de praktijk
Voka West-Vlaanderen heeft concrete voorstellen gedaan — en ze zijn simpel, maar krachtig. Eerst: werkgevers moeten vanaf de eerste maand ziekteverzuim een arbeidsarts inschakelen, geen huisarts. Tweede: ‘fitnotes’ invoeren, zodat een zieke medewerker kan blijven werken — maar dan anders. Derde: periodieke evaluaties, niet een levenslange status. Vierde: integratie van deeltijds werken in de statistieken. Want zoals CM meldde: één op de vijf langdurig zieken werkt al deeltijds. Maar die worden nog steeds als ‘inactief’ geteld. Dat is een logistieke misser. En het verdoezelt het feit dat er al veranderingen plaatsvinden — alleen niet op systeemniveau.
Waarom dit alles belangrijk is
België staat op één na het hoogste aantal arbeidsongeschikten in Europa. Dat is geen eer. Dat is een falend model. En het kost niet alleen geld. Het kost hoop. Het kost talent. Het kost een generatie die zichzelf als last ziet, terwijl ze misschien gewoon een kans nodig hadden. Als je een mens 10 jaar thuis laat zitten met een diagnose van ‘chronische vermoeidheid’, dan verliest hij niet alleen zijn baan. Hij verliest zijn identiteit. En dan is het te laat om hem terug te halen.
Wat komt er nu?
De komende begrotingsperiode 2025-2026 zal de test zijn. Zal Vandenbroucke zijn ‘kleine revolutie’ daadwerkelijk uitvoeren? Of blijft het bij woorden? De druk van Voka, de VAV en zelfs de vakbonden is groot. De burgers beginnen te vragen: waarom kan ik niet terug naar mijn baan, terwijl ik nog kan werken? Waarom moet ik jaren wachten op een evaluatie? En waarom wordt mijn ziekte niet gezien als een probleem van het systeem — en niet als mijn persoonlijke mislukking?
Frequently Asked Questions
Hoeveel Belgen zijn echt arbeidsongeschikt, en hoeveel zijn het niet?
Volgens de eerste steekproef van het RIZIV is ruim een kwart van de 526.000 langdurig zieken onterecht als ‘invalide’ aangemerkt — dat zijn ongeveer 130.000 mensen. Maar dit geldt alleen voor de groep die een invaliditeit tot pensioenleeftijd kreeg. De totale groep is groter, en niet iedereen met een psychosociale of musculoskeletale aandoening is onterecht. Het gaat om het verschil tussen ‘niet meer kunnen’ en ‘niet meer wordt toegelaten te kunnen’.
Waarom werken vrouwen vaker in belastende sectoren?
Onderzoek van Idewe toont aan dat vrouwen in de zorg en het onderwijs oververtegenwoordigd zijn — sectoren met hoge emotionele belasting en weinig flexibiliteit. Daarnaast nemen ze nog steeds het grootste deel van de huishoudelijke en zorgtaken op zich. Dat dubbele drukpeil verhoogt het risico op burn-out en chronische vermoeidheid, zonder dat het systeem dat aanpakt. Het is geen kwestie van keuze, maar van structuur.
Wat zijn ‘fitnotes’ en hoe werken ze?
Fitnotes zijn korte, praktische attesten die een arts of arbeidsarts opstelt, waarin staat wat een zieke medewerker nog wel kan doen — bijvoorbeeld ‘maximaal 4 uur per dag achter een bureau’ of ‘geen zwaar tillen’. Ze zijn bedoeld om flexibiliteit te creëren, zodat mensen niet volledig uitvallen, maar wel kunnen blijven deelnemen. Ze zijn al succesvol in Zweden en Denemarken, en Voka wil ze in België introduceren.
Waarom wordt er pas vanaf één maand een arbeidsarts ingeschakeld?
Huisartsen zijn goed in het herkennen van acute ziektes, maar niet in het beoordelen van arbeidsvermogen. Door al vanaf de eerste maand een arbeidsarts te betrekken, kan er vroegtijdig worden ingegrepen: aanpassingen in de werkzaamheden, revalidatieprogramma’s, of een geleidelijke terugkeer. Dit voorkomt dat tijdelijke ziekte uitmondt in langdurige invaliditeit — en dat bespaart niet alleen geld, maar ook menselijke potentie.
Hoeveel kost dit systeem per jaar, en waar gaat dat geld heen?
Het kost België ongeveer 11 tot 12 miljard euro per jaar aan uitkeringen en verloren productiviteit. De meeste kosten gaan naar pensioenuitkeringen en zorgkosten, maar een groot deel is ook verloren arbeid: bedrijven verliezen ervaring, kennis en teamdynamiek. Als 500.000 mensen niet werken, dan werkt het hele economische systeem met een halve motor — en dat is onhoudbaar.
Is dit probleem uniek voor België?
Nee, maar België staat op één na het hoogste aantal arbeidsongeschikten in Europa. Landen als Denemarken en Nederland hebben een veel actiever systeem: ze stimuleren terugkeer, geven flexibele oplossingen en evalueren regelmatig. België houdt mensen vast in een statuut — en dat is het kernprobleem. Het is geen ziekte van de patiënt. Het is een ziekte van het systeem.